Dit is de titel voor de Nota Voorschoolse Periode. Met ingang van 2011 is een nieuwe beleidsperiode Jeugdbeleid gestart. De voorschoolse periode vormt hierin een belangrijk element. De voorschoolse periode betreft alle activiteiten vanaf de geboorte van een kind tot aan de start in de basisschool. In deze eerste vier cruciale jaren voor de vorming van een kind zijn diverse organisaties actief die vanuit gemeentelijke financiering worden ondersteund. Een aanzienlijk deel van deze financiering wordt verkregen via het Rijk. Bundeling van verschillende activiteiten in kindcentra is noodzakelijk om de kleinschalige voorzieningen overeind te houden.

Een onderdeel van de voorschoolse periode is de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk . Peuterspeelzaalwerk wordt aangeboden door SPN, in alle kernen van de gemeente Noordoostpolder. Peuterspeelzaalwerk moet laagdrempelig en voor alle peuters bereikbaar zijn.
SPN biedt het VVE-programma aan. Dit programma is voor kinderen die een steuntje in de rug nodig hebben om te voorkomen dat ze met een achterstand het basisonderwijs instromen. In Noordoostpolder wordt 96% van deze doelgroeppeuters bereikt.
Bij SPN zijn alle leidsters geschoold voor de bestrijding van achterstanden. Peuterspeelzalen zijn ook een vindplaats voor zorgkinderen en –ouders.

SPN heeft 15 speelzalen, 5 in Emmeloord en 10 in de dorpen. Aangezien de wetgeving strengere eisen stelt aan de accommodaties wordt steeds meer de overstap richting de basisscholen gemaakt. Met name voor de dorpen is dit een belangrijke ontwikkeling.
De leerlingaantallen dalen in de meeste dorpen, waardoor krachten gebundeld moeten worden. Daarom is het streven om in de dorpen tot kindcentra te komen.
Hier wordt onderzoek naar verricht. Als tijdpad moet 2030 worden genomen.

Onze fractie ziet hier absoluut de noodzaak van in om de leefbaarheid en de kleinschalige voorzieningen overeind te houden. In kindcentra worden meerdere voorzieningen gebundeld. Naast scholen kunnen peuterspeelzalen, kinderopvang, activiteiten van het consultatiebureau, de bibliotheek etc. plaatsvinden.  De scholen worden meer en meer centrale ontmoetingsplekken in de dorpen. Dit biedt kansen.
Het is namelijk van groot belang dat de peuterspeelzalen blijven bestaan.
Hier vindt signalering plaats en kunnen de eerste achterstanden worden ingelopen.
Laten we blijven inzetten op de programma’s van voorschoolse educatie voor kinderen, want dat is zinvoller dan het plan van Minister v. Bijsterveld om 2 en 3-jarigen naar school te sturen. Laat een kind ook gewoon kind zijn. Om een kindcentra te laten slagen is optimale samenwerking tussen de verschillende partners een belangrijk voorwaarde.

Henriette van Keulen